In de Spotlight
In deze rubriek dit keer het woord aan Sylvia Broos en Ton Offerman. Sylvia is onze vaste regisseuse maar is deze keer als speler te bewonderen. Ton is voor u een onbekende. Hij regisseert al jaren bij andere gezelschappen en doet deze keer de regie bij ons. Twee regisseurs aan het woord.
Hoe ben je bij Genesius terecht gekomen.
Ton. Dat is eigenlijk gegaan via Sylvia. Het bestuur bleek te hebben bedacht dat zij een keer zou gaan spelen. Ik werd door het bestuur gebeld met de vraag of ik een stuk wilde regisseren met Sylvia als speler. Ik had dit stuk al lang geleden gelezen en nu was daar dus de gelegenheid om het te gaan uitvoeren. Sylvia is al 16 of 17 jaar regisseuse van Genesius en gaat nu dus bij hen spelen. Daarom ben ik gevraagd, door Sylvia en vanwege dit stuk.
Sylvia. Toen der tijd was Jan Splinter nog voorzitter. Ze zochten een regisseur. En via een vriend of collega van hem die ik ook kende zijn ze aan mij gekomen. Ik ben een keer gaan praten en een keer gaan kijken, zo doende.
Hebben jullie een regie opleiding gehad.
Ton. Ja, het heet nu, ver na dat ik er af was, de hogeschool der kunsten afdeling theater, het had destijds de naam “de academie voor expressie door woord en gebaar”.
Sylvia. Ik heb ooit cursussen gedaan en verder autodidactisch
We hebben in der loop der jaren verschillende regisseurs mee gemaakt. Ieder heeft zo zijn eigen aanpak. Jij stelde op een gegeven moment dat het een typische Kwakelse gewoonte van de spelers is elkaar aan te kijken als ze tegen elkaar spreken en geneigd zijn naar elkaar toe te lopen terwijl dat niet altijd nodig is.
Ton. Ik wil niet zeggen dat dit een typische Kwakelse gewoonte is, wel een amateur gewoonte en het viel mij ook bij jullie op. Maar het is onzin te stellen dat het typisch Kwakels is. Het is alleen zo dat je met toneelspelen niet altijd je tegenspeler hoeft aan te kijken of dat je er altijd maar naar toeloopt.
Nou ja, het zou kunnen om dat we zoveel jaren op een bepaalde manier geregisseerd werden dat het er ongemerkt is ingeslopen. Syl, Jij bent min of meer onze vaste regisseuse geworden al regisseer je meestal maar één stuk per jaar van ons, maar dit toch alweer zo’n 16, 17 jaar lang. Jij zei altijd, als je voelt ergens naar toe te moeten lopen doe dit dan. Zoiets moet ontstaan en groeien tijdens de repetities. Wat vind jij van Ton zijn benadering betreffende dit?
Syl. Ik ben heel blij dat Ton dat zo ziet. Ik ben daar ook af en toe wel mee bezig geweest, elkaar niet altijd aan te kijken maar dat het lichaam moet spreken. Ja, dat lukt niet altijd.
Ik bedoel dat je in eerste instantie tijdens de repetities naar iemand toe kan lopen en later denkt, nee dit is het niet. Dat zo iets uit je zelf komt na een aantal repetities, terwijl jij meteen probeert het zo te krijgen als je denkt. Wij zijn dat niet zo gewend
Ton. Dat is een kwestie van tijd. We hebben maar een aantal weken dus. Als we een jaar hadden zou ik het meer laten gaan en dan later ingrijpen als dat nodig is
Sylvia, denk je dat jij, als je ons straks weer gaat regisseren, het nu anders zal gaan doen.
Sylvia. Ik neem heel veel dingen mee van Ton en ook heel veel dat ik kan gebruiken, dus Ja.
(Ton tegen Syl.) Even los van mij, ook om dat je nu meespeelt; hoe het is als speler, hoe je dit met je eigen spel gebruikt?
Syl. Het grote voordeel is dat je nu iemand direct in de ogen kijkt. En dat is anders dan dat je er buiten staat. Je voelt iemand naast je waar op je moet reageren. Dat vind ik wel heel spannend.
Ton. Dat kan niet meer dan winst zijn als je daarna weer gaat regisseren want je hebt tussen die mensen gestaan dus je weet die keer daarop wat die ander bijvoorbeeld voelt, denkt.
Syl. Nou speel ik natuurlijk zelf wel regelmatig toneel.
Ton. Maar niet met hun.
Syl. Ja, dat is waar. Ik sta altijd aan de buitenkant en nu sta ik er in en straks moet ik weer aan de buitenkant staan.
Ton, tijdens de eerste leesrepetitie wilde je eerst kijken en horen wie welke rol zou kunnen spelen. Sylvia zou in ieder geval mee spelen als moeder van Schreeuwlelijk. Van Schreeuwlelijk wordt verwacht dat zo ook noch behoorlijk goed kan zingen dus lag wat betreft de keuze voor Floortje voor de hand. Verder had je noch wel de beschikking over een aantal andere vrouwen. Voor de mannelijke bezetting waren slechts drie heren beschikbaar voor vier rollen. Eigenlijk kon je de rollen niet veel anders verdelen dan nu het geval is. Als ik de rol van Wim had moeten spelen dan was ik gekoppeld geworden aan Floortje die met gemak mijn dochter had kunnen zijn. Hans is de jongste van ons drie dus was het logies hem Wim te laten doen. Adrie had in eerste instantie de rol van Boe (nu gespeeld door Erik Zaal) maar die heeft hij om persoonlijke redenen terug moeten geven (Adrie speelt nu mee als PTT-er.) Eigenlijk kon je niet veel kanten op. Vond je dit niet jammer?
Ton Ik heb geprobeerd de groep, vooral de mannen, wat breder te maken maar andere spelers waren bij navraag niet beschikbaar. Maar Ik ben zeker niet ongelukkig met de rolverdeling zoals die nu is.
Sylvia, Schreeuwlelijk wordt door je dochter Floortje gespeeld. Het was een grote wens van jou om ooit samen met haar op de planken te staan. Hoe bevalt dit tot nu toe?
Leuk, Ik vind het wel erg moeilijk maar wel leuk.
Ton. Het stuk is vertaald door Jules Deelder. Jules heeft, om het zo maar eens te zeggen, een eigen stijl van formuleren. Je hebt het een en ander aangepast en geschrapt. Verliest het stuk hier door niet aan kracht en scherpte?
Ton. Dat denk ik natuurlijk van niet, anders had ik het niet geschrapt.
Had je ook zoveel geschrapt als je dit stuk voor een andere vereniging had moeten regisseren?
Ton. Ik denk dat ik voor andere verenigingen misschien wel meer zou hebben geschrapt.
Dat vind ik verrassend.
Ton. Ja, vind ik eigenlijk ook wel.
Je hebt ons een beetje gevolgd en kent een beetje de historie van onze vereniging. We zijn misschien de laatste jaren wel wat progressiever geworden.
Syl, Ton. De schrijver geeft tussen haakjes in de tekst aanwijzingen voor speler en regie. In hoeverre laten jullie je daar door leiden.
Syl. Als speler is het wel handig te weten wat de situatie is, dus welke richting en ik spreek nu als speler. Ik denk dat de regisseur er anders over denkt.
Ton. Nul, nul. Maar, ik bedoel wel dat, als je je teksten moet leren het handig is. Dan krijg je een beeld door die regie aanwijzing, dat is voor tekst leren heerlijk, maar daar ben ik verder niet bij, bij het tekst leren. Ik lees de regieaanwijzingen eigenlijk nooit.
Ton. Oorspronkelijk is dit stuk bedoeld voor een groot voornamelijk hoog decor. Gezien de mogelijkheden van het dorpshuis heb je het stuk moeten aanpassen. Op het moment van schrijven is het decor noch niet gebouwd maar het zit vast al in je hoofd. Was het decor veel anders geweest als het toneel grootser en dan voor al hoog genoeg was geweest?
Ton. Ja.
Zijn er voor jou wat dat betreft beperkingen of is in principe alles mogelijk is?
Ton. Ik denk dat in principe alles kan, maar dat is eigenlijk ook de essentie van toneel.
Je kunt met één boom een heel bos uitbeelden dus daar heb je niet veel ruimte voor nodig.
Syl, waarom is dit een goed stuk?
Het verhaal spreekt me heel erg aan. Ik vind de lagen erg mooi, het is heel triest en ik vind de mensen heel interessant die er in spelen.
Syl, je hebt onlangs mee gespeeld in een film. Wat was je rol en hoe is het bevallen.
(Syl moet lachen) Het is wel heel wat anders het is acteren op één vierkante meter in verband met de camera en ik vond het heel leuk om mee te maken. Ik heb een heel klein rolletje maar ik ga toch meer voor toneel. Ik vind toneel prettiger. Ik voel wel duidelijk een verschil
Syl. Je bent noch steeds lid van de toneelvereniging in Rijsenhout, je dochter koos voor Genesius. Ooit overwogen om lid van ons te worden? Vooral om dat je dochter bij ons is of is dit een reden om dit nu juist niet te worden?
Nee, ik vind het wel leuk zo. Ik ben natuurlijk al 36 jaar lid van de vereniging van Rijsenhout en daar ben ik noch steeds erg aan gehecht het is mijn cluppie om te spelen en dit is mijn cluppie om te regisseren.
Wat vind jij nu zo leuk aan toneelspelen.
Het hele proces vind ik leuk. Ik vind het leuk om met een groep tot een productie te komen, gewoon de samenwerking, jong oud, alles door elkaar, maakt niet uit, oefenavonden vind ik erg leuk en het zou zo moeten zijn dat je op zo’n oefenavond komt en dan alles vergeet en alleen maar bezig bent met wat je moet doen die avond. Dat je in een schijnwereld zit waar ik zelf ook eigenlijk veel aan heb. Toen ik een jaar of 13, 14 was las ik de teksten en die gebruikte ik als meningen op verjaardagen en dat was stoer, alleen moesten ze er verder niet over door zagen.
Ton. Naast het regisseren op de repetitie avonden zelf vragen ook anderen dingen veel tijd en werk. Kun je de lezer vertellen wat je naast het regisseren nog meer moet doen
Ton. Er moet één iemand het geheel in de gaten houden. Jij ziet het regisseren als de repetitieavonden met de spelers en terecht want jij bent een speler, maar als ik bepaalde dingen wil dan moet ik ook wel weten dat het in dat decor en met dat licht moet. Het heeft allemaal met elkaar te maken en dat moet één iemand proberen bij elkaar te boxen.
Ik bedoel eigenlijk meer het werk buiten de repetitie om, het thuis werk.
Ton. Nou dat doe ik altijd na de repetitie. Vanavond bereid ik het voor, voor de week er na. Het gaat bij mij eigenlijk helemaal andersom.
Dan wordt het een latertje
Ton. Dat zijn korte nachtjes. Dat is ook wel weer handig want ik slaap toch nooit veel na een repetitieavond.
Zijn we zo lastig?
Nee, het moet gewoon noch een keer door die hersenpan heen.
Ton Syl, Willen jullie noch iets kwijt
Wat ik ook wel leuk vind, bij de vorige vraag hadden we het over het verschil tussen film en toneel, Sylvia zei, ik kies toch voor toneel. Het is wel leuk voor de lezer om dat verschil te snappen. Je doet daar bijvoorbeeld een scène van drie zinnetjes en dan ben je weer klaar. Dat is ook wel toneel spelen, omdat het Silvia zelf is die de zinnetjes zegt naar haar personage, maar het spelen van een personage in een toneelstuk is een heel ander verhaal, dan speel je altijd een ontwikkeling of een verandering, achter elkaar in één keer. Dat geld dus niet voor in een film spelen.
Die verandering zelf hoeft Sylvia niet te spelen. Die veranderingen worden eigenlijk veelal door de montage gemaakt. Dus als je een film regisseert of repeteert dan pak je heel veel weg van het toneelspelen, dat ondervang je al door de montage. Dat geld niet voor toneelspelen. En daarom is toneelspelen ook veel leuker dan film.
Sylvia. Ze noemen het ook acteren hé in de film, geen toneelspelen.
Ton. Dat zou een goede terminologie als verschil zijn. Het spelen van een rol op het toneel heeft altijd een begin, midden, en een eind en daar is een ontwikkeling in. Hoe weinig of hoeveel het ook mag zijn, er zit een ontwikkeling in, die je kunt spelen. Hij begint timide en hij eindigt weet ik veel waar. Het begint zo en eindigt zo... Dat is in de film ook wel zo, maar dat is anders spelen, want je speelt het niet achter elkaar in de chronologie van het verhaal en vaak speel je niet de verandering zelf, maar de veranderde situatie.
En dat is waarom ik toneel altijd leuker vind dan film. Het heeft veel meer met het geheel te maken en met de ontwikkeling van het verhaal en de rollen. Het is toch een verhaal. Je begint ergens en je eindigt ergens, als speler.
Syl weet jij noch wat te vertellen?
Als het tegen het publiek zou zijn denk ik, we hebben er heel hard aan gewerkt heel druk mee bezig geweest erg leuk om te doen en ik hoop dat het enthousiasme over komt bij het publiek.
Ton, als ze het jou weer zouden vragen, zou je dan bereid zijn een ander stuk voor Genesius te regisseren?
Dit is mijn standaard antwoord: Dat hangt van het stuk af. Het hangt altijd van het stuk af en van de tijd.
Ton, had je het stuk al eens gezien? Nee, wel gelezen tientallen jaren geleden.
De Engelse versie of de vertaling? De vertaling, jaren geleden.
Tot slot.
Ton. Het regisseren bij Genesius voelt als een warm bad. De spelers hebben zoveel discipline. Altijd op tijd, gemotiveerd en fanatiek. Het is fijn om samen te werken.
In deze rubriek dit keer het woord aan Sylvia Broos en Ton Offerman. Sylvia is onze vaste regisseuse maar is deze keer als speler te bewonderen. Ton is voor u een onbekende. Hij regisseert al jaren bij andere gezelschappen en doet deze keer de regie bij ons. Twee regisseurs aan het woord.
Hoe ben je bij Genesius terecht gekomen.
Ton. Dat is eigenlijk gegaan via Sylvia. Het bestuur bleek te hebben bedacht dat zij een keer zou gaan spelen. Ik werd door het bestuur gebeld met de vraag of ik een stuk wilde regisseren met Sylvia als speler. Ik had dit stuk al lang geleden gelezen en nu was daar dus de gelegenheid om het te gaan uitvoeren. Sylvia is al 16 of 17 jaar regisseuse van Genesius en gaat nu dus bij hen spelen. Daarom ben ik gevraagd, door Sylvia en vanwege dit stuk.
Sylvia. Toen der tijd was Jan Splinter nog voorzitter. Ze zochten een regisseur. En via een vriend of collega van hem die ik ook kende zijn ze aan mij gekomen. Ik ben een keer gaan praten en een keer gaan kijken, zo doende.
Hebben jullie een regie opleiding gehad.
Ton. Ja, het heet nu, ver na dat ik er af was, de hogeschool der kunsten afdeling theater, het had destijds de naam “de academie voor expressie door woord en gebaar”.
Sylvia. Ik heb ooit cursussen gedaan en verder autodidactisch
We hebben in der loop der jaren verschillende regisseurs mee gemaakt. Ieder heeft zo zijn eigen aanpak. Jij stelde op een gegeven moment dat het een typische Kwakelse gewoonte van de spelers is elkaar aan te kijken als ze tegen elkaar spreken en geneigd zijn naar elkaar toe te lopen terwijl dat niet altijd nodig is.
Ton. Ik wil niet zeggen dat dit een typische Kwakelse gewoonte is, wel een amateur gewoonte en het viel mij ook bij jullie op. Maar het is onzin te stellen dat het typisch Kwakels is. Het is alleen zo dat je met toneelspelen niet altijd je tegenspeler hoeft aan te kijken of dat je er altijd maar naar toeloopt.
Nou ja, het zou kunnen om dat we zoveel jaren op een bepaalde manier geregisseerd werden dat het er ongemerkt is ingeslopen. Syl, Jij bent min of meer onze vaste regisseuse geworden al regisseer je meestal maar één stuk per jaar van ons, maar dit toch alweer zo’n 16, 17 jaar lang. Jij zei altijd, als je voelt ergens naar toe te moeten lopen doe dit dan. Zoiets moet ontstaan en groeien tijdens de repetities. Wat vind jij van Ton zijn benadering betreffende dit?
Syl. Ik ben heel blij dat Ton dat zo ziet. Ik ben daar ook af en toe wel mee bezig geweest, elkaar niet altijd aan te kijken maar dat het lichaam moet spreken. Ja, dat lukt niet altijd.
Ik bedoel dat je in eerste instantie tijdens de repetities naar iemand toe kan lopen en later denkt, nee dit is het niet. Dat zo iets uit je zelf komt na een aantal repetities, terwijl jij meteen probeert het zo te krijgen als je denkt. Wij zijn dat niet zo gewend
Ton. Dat is een kwestie van tijd. We hebben maar een aantal weken dus. Als we een jaar hadden zou ik het meer laten gaan en dan later ingrijpen als dat nodig is
Sylvia, denk je dat jij, als je ons straks weer gaat regisseren, het nu anders zal gaan doen.
Sylvia. Ik neem heel veel dingen mee van Ton en ook heel veel dat ik kan gebruiken, dus Ja.
(Ton tegen Syl.) Even los van mij, ook om dat je nu meespeelt; hoe het is als speler, hoe je dit met je eigen spel gebruikt?
Syl. Het grote voordeel is dat je nu iemand direct in de ogen kijkt. En dat is anders dan dat je er buiten staat. Je voelt iemand naast je waar op je moet reageren. Dat vind ik wel heel spannend.
Ton. Dat kan niet meer dan winst zijn als je daarna weer gaat regisseren want je hebt tussen die mensen gestaan dus je weet die keer daarop wat die ander bijvoorbeeld voelt, denkt.
Syl. Nou speel ik natuurlijk zelf wel regelmatig toneel.
Ton. Maar niet met hun.
Syl. Ja, dat is waar. Ik sta altijd aan de buitenkant en nu sta ik er in en straks moet ik weer aan de buitenkant staan.
Ton, tijdens de eerste leesrepetitie wilde je eerst kijken en horen wie welke rol zou kunnen spelen. Sylvia zou in ieder geval mee spelen als moeder van Schreeuwlelijk. Van Schreeuwlelijk wordt verwacht dat zo ook noch behoorlijk goed kan zingen dus lag wat betreft de keuze voor Floortje voor de hand. Verder had je noch wel de beschikking over een aantal andere vrouwen. Voor de mannelijke bezetting waren slechts drie heren beschikbaar voor vier rollen. Eigenlijk kon je de rollen niet veel anders verdelen dan nu het geval is. Als ik de rol van Wim had moeten spelen dan was ik gekoppeld geworden aan Floortje die met gemak mijn dochter had kunnen zijn. Hans is de jongste van ons drie dus was het logies hem Wim te laten doen. Adrie had in eerste instantie de rol van Boe (nu gespeeld door Erik Zaal) maar die heeft hij om persoonlijke redenen terug moeten geven (Adrie speelt nu mee als PTT-er.) Eigenlijk kon je niet veel kanten op. Vond je dit niet jammer?
Ton Ik heb geprobeerd de groep, vooral de mannen, wat breder te maken maar andere spelers waren bij navraag niet beschikbaar. Maar Ik ben zeker niet ongelukkig met de rolverdeling zoals die nu is.
Sylvia, Schreeuwlelijk wordt door je dochter Floortje gespeeld. Het was een grote wens van jou om ooit samen met haar op de planken te staan. Hoe bevalt dit tot nu toe?
Leuk, Ik vind het wel erg moeilijk maar wel leuk.
Ton. Het stuk is vertaald door Jules Deelder. Jules heeft, om het zo maar eens te zeggen, een eigen stijl van formuleren. Je hebt het een en ander aangepast en geschrapt. Verliest het stuk hier door niet aan kracht en scherpte?
Ton. Dat denk ik natuurlijk van niet, anders had ik het niet geschrapt.
Had je ook zoveel geschrapt als je dit stuk voor een andere vereniging had moeten regisseren?
Ton. Ik denk dat ik voor andere verenigingen misschien wel meer zou hebben geschrapt.
Dat vind ik verrassend.
Ton. Ja, vind ik eigenlijk ook wel.
Je hebt ons een beetje gevolgd en kent een beetje de historie van onze vereniging. We zijn misschien de laatste jaren wel wat progressiever geworden.
Syl, Ton. De schrijver geeft tussen haakjes in de tekst aanwijzingen voor speler en regie. In hoeverre laten jullie je daar door leiden.
Syl. Als speler is het wel handig te weten wat de situatie is, dus welke richting en ik spreek nu als speler. Ik denk dat de regisseur er anders over denkt.
Ton. Nul, nul. Maar, ik bedoel wel dat, als je je teksten moet leren het handig is. Dan krijg je een beeld door die regie aanwijzing, dat is voor tekst leren heerlijk, maar daar ben ik verder niet bij, bij het tekst leren. Ik lees de regieaanwijzingen eigenlijk nooit.
Ton. Oorspronkelijk is dit stuk bedoeld voor een groot voornamelijk hoog decor. Gezien de mogelijkheden van het dorpshuis heb je het stuk moeten aanpassen. Op het moment van schrijven is het decor noch niet gebouwd maar het zit vast al in je hoofd. Was het decor veel anders geweest als het toneel grootser en dan voor al hoog genoeg was geweest?
Ton. Ja.
Zijn er voor jou wat dat betreft beperkingen of is in principe alles mogelijk is?
Ton. Ik denk dat in principe alles kan, maar dat is eigenlijk ook de essentie van toneel.
Je kunt met één boom een heel bos uitbeelden dus daar heb je niet veel ruimte voor nodig.
Syl, waarom is dit een goed stuk?
Het verhaal spreekt me heel erg aan. Ik vind de lagen erg mooi, het is heel triest en ik vind de mensen heel interessant die er in spelen.
Syl, je hebt onlangs mee gespeeld in een film. Wat was je rol en hoe is het bevallen.
(Syl moet lachen) Het is wel heel wat anders het is acteren op één vierkante meter in verband met de camera en ik vond het heel leuk om mee te maken. Ik heb een heel klein rolletje maar ik ga toch meer voor toneel. Ik vind toneel prettiger. Ik voel wel duidelijk een verschil
Syl. Je bent noch steeds lid van de toneelvereniging in Rijsenhout, je dochter koos voor Genesius. Ooit overwogen om lid van ons te worden? Vooral om dat je dochter bij ons is of is dit een reden om dit nu juist niet te worden?
Nee, ik vind het wel leuk zo. Ik ben natuurlijk al 36 jaar lid van de vereniging van Rijsenhout en daar ben ik noch steeds erg aan gehecht het is mijn cluppie om te spelen en dit is mijn cluppie om te regisseren.
Wat vind jij nu zo leuk aan toneelspelen.
Het hele proces vind ik leuk. Ik vind het leuk om met een groep tot een productie te komen, gewoon de samenwerking, jong oud, alles door elkaar, maakt niet uit, oefenavonden vind ik erg leuk en het zou zo moeten zijn dat je op zo’n oefenavond komt en dan alles vergeet en alleen maar bezig bent met wat je moet doen die avond. Dat je in een schijnwereld zit waar ik zelf ook eigenlijk veel aan heb. Toen ik een jaar of 13, 14 was las ik de teksten en die gebruikte ik als meningen op verjaardagen en dat was stoer, alleen moesten ze er verder niet over door zagen.
Ton. Naast het regisseren op de repetitie avonden zelf vragen ook anderen dingen veel tijd en werk. Kun je de lezer vertellen wat je naast het regisseren nog meer moet doen
Ton. Er moet één iemand het geheel in de gaten houden. Jij ziet het regisseren als de repetitieavonden met de spelers en terecht want jij bent een speler, maar als ik bepaalde dingen wil dan moet ik ook wel weten dat het in dat decor en met dat licht moet. Het heeft allemaal met elkaar te maken en dat moet één iemand proberen bij elkaar te boxen.
Ik bedoel eigenlijk meer het werk buiten de repetitie om, het thuis werk.
Ton. Nou dat doe ik altijd na de repetitie. Vanavond bereid ik het voor, voor de week er na. Het gaat bij mij eigenlijk helemaal andersom.
Dan wordt het een latertje
Ton. Dat zijn korte nachtjes. Dat is ook wel weer handig want ik slaap toch nooit veel na een repetitieavond.
Zijn we zo lastig?
Nee, het moet gewoon noch een keer door die hersenpan heen.
Ton Syl, Willen jullie noch iets kwijt
Wat ik ook wel leuk vind, bij de vorige vraag hadden we het over het verschil tussen film en toneel, Sylvia zei, ik kies toch voor toneel. Het is wel leuk voor de lezer om dat verschil te snappen. Je doet daar bijvoorbeeld een scène van drie zinnetjes en dan ben je weer klaar. Dat is ook wel toneel spelen, omdat het Silvia zelf is die de zinnetjes zegt naar haar personage, maar het spelen van een personage in een toneelstuk is een heel ander verhaal, dan speel je altijd een ontwikkeling of een verandering, achter elkaar in één keer. Dat geld dus niet voor in een film spelen.
Die verandering zelf hoeft Sylvia niet te spelen. Die veranderingen worden eigenlijk veelal door de montage gemaakt. Dus als je een film regisseert of repeteert dan pak je heel veel weg van het toneelspelen, dat ondervang je al door de montage. Dat geld niet voor toneelspelen. En daarom is toneelspelen ook veel leuker dan film.
Sylvia. Ze noemen het ook acteren hé in de film, geen toneelspelen.
Ton. Dat zou een goede terminologie als verschil zijn. Het spelen van een rol op het toneel heeft altijd een begin, midden, en een eind en daar is een ontwikkeling in. Hoe weinig of hoeveel het ook mag zijn, er zit een ontwikkeling in, die je kunt spelen. Hij begint timide en hij eindigt weet ik veel waar. Het begint zo en eindigt zo... Dat is in de film ook wel zo, maar dat is anders spelen, want je speelt het niet achter elkaar in de chronologie van het verhaal en vaak speel je niet de verandering zelf, maar de veranderde situatie.
En dat is waarom ik toneel altijd leuker vind dan film. Het heeft veel meer met het geheel te maken en met de ontwikkeling van het verhaal en de rollen. Het is toch een verhaal. Je begint ergens en je eindigt ergens, als speler.
Syl weet jij noch wat te vertellen?
Als het tegen het publiek zou zijn denk ik, we hebben er heel hard aan gewerkt heel druk mee bezig geweest erg leuk om te doen en ik hoop dat het enthousiasme over komt bij het publiek.
Ton, als ze het jou weer zouden vragen, zou je dan bereid zijn een ander stuk voor Genesius te regisseren?
Dit is mijn standaard antwoord: Dat hangt van het stuk af. Het hangt altijd van het stuk af en van de tijd.
Ton, had je het stuk al eens gezien? Nee, wel gelezen tientallen jaren geleden.
De Engelse versie of de vertaling? De vertaling, jaren geleden.
Tot slot.
Ton. Het regisseren bij Genesius voelt als een warm bad. De spelers hebben zoveel discipline. Altijd op tijd, gemotiveerd en fanatiek. Het is fijn om samen te werken.